donderdag 4 november 2010

10. Oh Oh DOPOS

Als je aan de universiteit werkt, moet je een beetje wennen aan alle essentiële afko’s die er gebruikt worden. Ik heb ze, bij wijze van hobby, een poosje gespaard: EIS, SIN, en BB, BO, OB, en OER, BVT, CVB, OOS, VCL en de onvermijdelijke OLCIE. Het houdt gewoon niet op!

Verreweg de mooiste, en meest nutteloze afkorting is DOPOS. Ooit van gehoord? Soms zijn er van die woorden die alleen maar wezenlozer worden als je ze drie keer achtereen hardop zegt. DOPOS is zo’n woord. DOPOS, waar deze volstrekt bizarre lettercombinatie voor staat weet vrijwel niemand, en ik ga het jullie niet uitleggen. Ik kan dat niet. Wat ik wel kan, is uitleggen wat het ongeveer aanduidt. DOPOS is een website waarop alle cursusevaluaties van elke docent moeten worden bijgehouden. Op basis van DOPOS moeten functioneringsgesprekken worden gehouden. DOPOS is dus belangrijk. Maar toch is het volstrekt zinloos. Waarom?

Feit is dat de meeste van mijn directe collega’s, én leidinggevenden niet eens weten hoe ze op DOPOS moeten inloggen. Een website zonder gebruikers, hmmm. Ik wist ook niet hoe het moet, maar ik heb het onlangs uitgezocht. Wat bleek? Van mijn persoontje worden maar liefst twee cursusevaluaties bewaard in DOPOS. Eentje uit 2004, en eentje uit 2005. Een website die niet wordt gebruikt én niet wordt bijgehouden, hmmm, handig!

Net alsof ik in de tussentijd geen enkel onderwijs heb gegeven. Hoewel sommigen van jullie zullen denken, ‘tsja, die Achterberg zit alleen maar columnpies te tikken, die heeft vast geen tijd voor onderwijs’, kan ik jullie verzekeren dat dat gewoon niet waar is. Ik heb regelmatig onderwijs gegeven, dat is ook regelmatig geëvalueerd door studenten, en in mijn functioneringsgesprekken ben ik hier regelmatig op beoordeeld. En dat allemaal zonder gebruik te maken van DOPOS. Quod erat demonstrandum, ofwel: Tatatatatatataaa. DOPOS is dus inderdaad compleet nutteloos.

Wat een treurig leven heeft dat figuur dat ooit DOPOS bedacht. Dat hij of zij op een dag besloot een website in te richten dat moest gelden als een soort ‘digitaal onderwijsdossier’. Dat deze papierenschuivert anderen probeerde te enthousiasmeren met vieze praat over een ‘substantiële professionalisering van het onderwijsevaluatieproces’ of zoiets. En dat terwijl de rest van onze universiteit lijkt te denken dat ze daar in ieder geval niet aan meewerken. Of iets straffer geformuleerd, dat ze denken: ‘Steek dat DOPOS maar gewoon ergens waar de zon niet schijnt, ik ga werken’. Daar zit je dan met je DOPOS. De treurige leegheid van het bestaan vervat in vijf letters: DOPOS. Toch eigenlijk best wel mooi!

Peter Achterberg, cultuursocioloog aan de FSW, zegt: DOPOS, DOPOS, DOPOS.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten