‘What can we say about popular theatre?’ Zo, ga d’r maar eens voor zitten mensen. Ik weet het nog goed. In mijn tweede jaar als promovendus luisterde ik naar een Franse socioloog die zijn lezing op een klein symposium net begonnen was. De zes aanwezige Nederlanders trokken direct wit weg. Ik ook. Op zo’n grote vraag kan je bijna elk antwoord wel geven. Maar dat deed onze Franse held natuurlijk niet: Ruim een uur lang leuterde deze knakker door over drie Franse circusdirecteuren – jawel – die van 1871 tot 1893 door Frankrijk reisden en allerlei avonturen meemaakten: tenten fikten af, artiesten kwamen en gingen en tickets werden duurder en/of goedkoper (dat weet ik niet meer precies). De zes Nederlanders keken elkaar verbijsterd aan, probeerden hun gezichten in de plooi te houden (lukte niet), en vreesden het eind van de lezing. Want wat moet je vragen over drie obscure gasten die allerlei dingetjes hebben meegemaakt in een ver en grijs verleden? Mooi hoor, maar het was volstrekt onduidelijk wat dit alles te betekenen had! Het probleem was hier aan het begin al duidelijk: bij een grote vraag past elk antwoord, maar echt goed wordt zo’n verhaal natuurlijk nooit.
Nee, dan grote antwoorden. Daar is het al niet beter mee gesteld. Sommige antwoorden beantwoorden elke vraag. Ook mooi. In het interview ‘Snookeren met Willem Schinkel’, onlangs in EM (2009#9), vertelt Willem, ‘creatief connectiekunstenaar’ als hij is, dat hij ‘verder probeert te gaan dan wat mensen kunnen begrijpen’. Steek die maar in je zak! Waarom zou je dat nou doen? Hij sluit in ieder geval af met een pleidooi voor grote verhalen: die zijn ‘misschien wel niet groot genoeg’. Een ferme uitsmijter.
Ik ben niet zo van de grote verhalen, grand narratives of supertheorieën. Grote verhalen beantwoorden elke vraag, da’s waar. Maar andere grote verhalen beantwoorden dezelfde vragen weer heel anders. En die verhalen zijn net zo goed waar! Gewone mensen als ik kunnen vooral niet begrijpen wat je hier als wetenschapper aan hebt. Grote verhalen die altijd waar zijn, zijn gewoon levensbeschouwingen, punt uit. Grote theorieën die altijd waar zijn, zijn ook geen theorieën. Als elk gegeven, elke observatie en elk fenomeen past binnen de theorie, dan is er geen theorie. Theorieën zijn per definitie deels onwaar en beantwoorden sommige vragen niet, en andere weer wel! Dat maakt het allemaal zo leuk. Bij een groot antwoord past elke vraag, maar daar heb je dus niets aan.
Grote vragen. Grote antwoorden. Jongens toch!
Peter Achterberg is cultuursocioloog aan de FSW
Achterberg, P. 2010. Groot. Erasmus Magazine, 13(11) 13.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten