vrijdag 21 oktober 2011

26. Pindasaus

Moet je gewoon eens doen. Lef hebben, en als socioloog eens lekker je onderzoek ‘maatschappelijk valoriseren’ zoals dat met een duur en steeds populairder woord heet. Stuur een persberichtje over je onderzoek de wijde wereld in. Wacht af. En je ziet vanzelf wel de waarde die ‘de hard werkende Nederlander’ hecht aan dit soort onderzoek. Hele hordes gaan op internet aan de haal met je werk. Vaak enkel na lezing van de titel van een stuk roept men dingen als: ‘vorige week riep iemand nog wat anders’, en bestempelen ze het werk als: ‘onzinonderzoek’, of vragen ze ‘twee weken om dat flutrapport zelf te schrijven’. Het is niet makkelijk om als socioloog je onderzoek te valoriseren. Dit in tegenstelling tot ‘echt’ natuurwetenschappelijk onderzoek. Daar spreekt men elkaar minder tegen en wordt de relevantie minder in twijfel getrokken. Het publiek smult er gewoon van.

Terecht is dat allerminst. Geef eens een flinke ros tegen een zak met 80 kilo rauw gehakt. Natuurkundig valt met een precisie die zijn weerga niet kent te voorspellen wat er met de gehaktzak gebeurt. Je kunt dat herhalen tot je er zelf bij neervalt, maar de vleeshomp valt gewoon steeds keurig de zelfde kant op. Saaie toestanden. Geef vervolgens eens een even zo flinke beuk tegen een willekeurige voorbijganger van 80 kilo. Ik heb geen idee wat er gebeurt. Herhaal je proefje met een willekeurige andere passant en je zult zien dat deze ook weer anders reageert. Sommigen vallen om, anderen slaan terug, en de volgende begint te zeuren over ‘ethisch onderzoek doen’ en zo. De resultaten van je experimentje zijn eindeloos divers. Sterker nog, ook als je steeds dezelfde proefpersoon gebruikt, en hem of haar maar blijft slaan, krijg je ook steeds een andere uitkomst.

De sociale werkelijkheid is gewoon veel complexer en spannender dan de natuurlijke, en zie daar als socioloog maar eens chocola van te maken. Sociaal wetenschappelijk onderzoek levert dus ook uitkomsten die meer discussie uitlokken, en zie dat als socioloog maar eens aan de man (m/v) te brengen. En daarom is sociologie gewoon veel moeilijker en intellectueel uitdagender dan natuurwetenschap.Je moet, kortom, behoorlijk wat in je mars hebben als socioloog. Een collega drukte het laatst nog zo uit: ‘Sociologen, beste Peter, zijn niet voor niets de uitvinders van de pindasaus’. Het zou inderdaad zo maar eens kunnen dat in een ver en grijs verleden er inderdaad een socioloog lekker in de weer is geweest met een handje pinda’s en wat saus. Want dat lijkt me, eerlijk gezegd, wel het allerminste waar sociologen allemaal toe in staat zijn.

Peter Achterberg, cultuursocioloog aan de FSW, roept eenzijdig de sociologie uit tot koningin der wetenschappen. Niet mee eens? Bel of schrijf gerust!

zaterdag 1 oktober 2011

Theorieën zijn altijd waar, en andere sprookjes

Ongekende opwinding beleefde ik iets meer dan een week geleden. Bij het CERN hadden ze een deeltje gevonden dat zowaar sneller was dan het licht. Een deeltje dat sneller is dan het licht, of het waar is of niet valt voor mij als eenvoudig sociologelaar niet in te schatten. Maar ik zie wel wat het mogelijke bestaan van een dergelijk snel deeltje teweeg brengt. Deze (al dan niet) spectaculaire bevinding heeft grootse consequenties voor de perceptie van Einsteins speciale relativiteitstheorie. Deze is jarenlang voor waar aangenomen. Sterker nog, het was een onbetwistbare theorie, en daar mocht niet eens aan getwijfeld worden omdat ie gewoon waar was met een grote letter W. Laten we maar zeggen, de theorie die alle overige theorieën overbodig maakt. Ja die theorie. En daarover werd in ene twijfel gezaaid. En hoe! Het maakt mij verder hier niet zo veel uit of de relativiteitstheorie door dit snelle deeltje onwaar zal blijken te zijn.Of dat een andere toekomstige bevinding hiervoor zal zorgen. Wat ik spectaculair vind, is dat na lange tijd twijfel aan deze theorie weer mogelijk wordt.

Twijfelen aan theorieën. ‘T zou normaal moeten zijn in de wetenschap: theorieën benaderen zo goed mogelijk de werkelijkheid, maar ‘waar’ zijn ze natuurlijk nooit. Dat geldt voor elke theorie. Het heeft ook geen zin om onderzoek te doen naar een theorie waarvan je weet dat die toch wel waar is. Want wat schieten we daar nou mee op? Je begint dan met een idee waarvan je weet dat het waar is, doet onderzoek, en concludeert dat je idee waar is. Dan had je jezelf rustig de al die onderzoeksmoeite kunnen besparen. Verspilling van geld en energie. Dodelijk saai bovendien! Onderzoek is gewoon onzin als je niet twijfelt aan je idee of theorie. En, uiteraard is onderzoek pas nuttig als er twijfel is aan jouw theorie. Op basis van onderzoek kan je bestaande theorieën aanscherpen, of nieuwe theorieën tegenover andere plaatsen, en de beste (voorlopig) aannemen. Theorieën zijn dus per definitie onwaar. Als ze dat niet zijn, heb je d’r geen reet aan – tenminste niet voor je onderzoek.

En daarom, beste lezer, viel mij de bijdrage van Barbara Vreede hier op Science Palooza me zo verschrikkelijk tegen. Vreede, zelf evolutiebioloog, schrijft een stukje omdat ze de politieke en kerkelijke inmenging in de wetenschap afwijst. Begrijp me niet verkeerd, ik ben het, geloof ik, niet eens met mensen die de evolutietheorie afwijzen als zo maar een of andere mening gewoon ‘omdat er hele andere verhalen in de bijbel staan’. Maar dat betekent natuurlijk niet dat deze lui geen goed punt hebben als zij de houdbaarheid van de evolutietheorie in twijfel trekken. Maar dat zien hele hordes wetenschappers, Vreede voorop, helemaal niet meer. Sterker nog, Vreede noemt de evolutietheorie ‘onbetwistbare wetenschappelijke kennis’ waarover ‘de meningen niet verdeeld zouden moeten zijn’. Tjongejonge. Kennelijk gelooft Vreede, nota bene onderzoekster op dit gebied, heilig in de evolutietheorie. En stelt ze doodleuk dat een beetje twijfel aan die theorie niet is toegestaan. Een opmerkelijk, weinig wetenschappelijk, standpunt!

Want als de relativiteitstheorie toch maar gewoon een theorie blijkt te zijn die te falsificeren is, waarom zou de evolutietheorie dat dan niet gewoon zijn? De evolutietheorie is dus ook gewoon maar een theorie. Niets meer en niets minder. En als het al ondenkbaar is dat de evolutietheorie onwaar is, waarom zouden we er dan nog onderzoek naar doen? Laten we wel wezen, een theorie die waar is, dat is gewoon een sprookje. En als er iets is wat we als wetenschappers niet moeten doen, dan is dat wel geloven in sprookjes.